Johannesburg, 09.30u – 30 maart 2014. We landden voor het eerst op Zuid-Afrikaanse bodem. Excited! Een huurauto staat ons op te wachten. Op het vliegtuig slaap ik steeds vreselijk, maar dit keer viel het gelukkig mee waardoor ik redelijk fris aan de rit richting Hazyview kan beginnen. De rit zal zo’n vier à vijf uur duren. Met de glimlach vertrekken we, geen idee dat we ongewild in een sloppenwijk zouden belanden.
Gerekend dat we nog enkele keren zullen stoppen om onze beentjes te strekken, of om wat te eten, … schat ik dat we rond 16u ter plaatse zullen zijn. Ik had thuis al eens gesurfd naar het uur van de zonsondergang: en jawel, ze gaat hier erg vroeg onder (omstreeks 18u deze tijd van het jaar) dus ik weet dat we niet al te lang mogen treuzelen. Net omdat ik op de website van onze guesthouse zag dat deze afgelegen ligt.
Mijn man en ik vertrekken in Johannesburg en hopen dat een landkaartje in de reisgids ons voldoende op weg zal helpen, want ik had geen zin om een GPS te betalen. Het loopt eigenlijk al vrijwel meteen mis, we belandden in Pretoria. Een stad op een zestigtal kilometers boven Johannesburg. We rijden het centrum binnen: niét de bedoeling! Dit voelt niet goed, een beetje rondrijden, niet wetend waar naartoe, met nog honderden kilometers voor de boeg.
Uiteindelijk zitten we op de juiste weg, en dan is het ‘gewoon’ volgen in oostelijke richting. We rijden, rijden, rijden, rijden… We stoppen één keer, en niet lang want we durven niet. Stel dat we nog een keer verkeerd rijden! In het donker onze weg gaan zoeken met een onbekende auto, in een totaal onbekend land zie ik even niet zitten. Het kaartje in de reisgids zegt dat we in de buurt zijn, maar pijlen met de naam van ons dorp (Hazyview), vinden we niet. We sukkelen wat rond en vrij snel treedt er irritatie op. Dit is niet leuk!
Net als we denken dat we het gevonden hebben, slaan we een verkeerde weg in. Het is vrij snel duidelijk waarom dit niet de R536 is die we zoeken: er ligt geen asfalt, de weg zit vol putten en bulten, en ja… we belandden in een TOWNSHIP. Hoewel ik er erg naar uitkeek om er een te bezoeken tijdens onze reis, hoefde dat NU echt nog niet. Help!
Een sloppenwijk of township is een woonplaats voor de (meestal) zwarte bevolking, aan de randen van een stad. Townships bestaan vaak uit huisjes van golfplaten daken en houten muurtjes.
We zijn enkele uren in Zuid-Afrika. Het land is ons compleet onbekend. We rijden met een blinkende, witte auto een sloppenwijk in. Nou, slim! Ik voel me vreselijk bekeken en denk dat ons einde nabij is (ik overdrijf!). Niet omdat ik de mindergegoeden in deze wijken zo zeer wantrouw, maar omdat het donker wordt, we moeten tanken en het op de koop toe nog tropisch begint te regenen ook. Ik ben bang dat ons laatste uur geslagen is. Omdat we net van de luchthaven af komen, ligt er op de koop toe een grote reistas op de achterbank van onze auto te lonken. We kunnen zomaar beroofd worden, en zouden er nog om gevraagd hebben ook.
Ik roep een paar keer: “ik ben zo bang”, “dit is eng”, “ik wil hier weg”, “alsjeblief, laat ons snel de weg terug vinden”. Het lijkt wel alsof ik voor het eerst in mijn leven God aanspreek. Hij moet ons helpen. Even een vlaag van zinsverbijstering natuurlijk, de enigen die ons hier uit kunnen redden zijn wij ZELF.
Met onze billen flink dichtgeknepen en nadat we vaak werden aangekeken met een blik van: “wat doen die witjes hier?”, vinden we éindelijk onze weg uit dit township. Er duikt plots een politie-auto op, en we denken: gewoon volgen. Dan zijn we veilig, en wie weet komen we hier dan ook wel uit. Het lukt! Hallelujah!
Hier moet ik van bekomen, ik ben een hele tijd erg stil. Ik heb er zelfs even geen zin meer in, in Zuid-Afrika. De weg was moeilijk te vinden, we raken verdwaald en ik voelde me verschrikkelijk onveilig. Dit is toch geen vakantie-gevoel. Ik vraag me meteen af of ik Afrika wel een leuk continent zal vinden, het is immers mijn eerste keer op Afrikaanse bodem. Zwartkijker Nies.
18.30u: pikdonker. Gelukkig vinden we na alle tegenslagen toch ons guesthouse, de eigenaars zijn geweldig vriendelijk en begrijpen dat we doodsangsten hebben uitgestaan in de township. Ze voelen met ons mee en we krijgen meteen een wijntje en een rondleiding toegestopt. Bob, de eigenaar, wil ons ook naar een restaurantje in de buurt loodsen maar we wijzen beleefd af, wij gaan NERGENS meer heen vandaag. We zijn doodop na een vlucht van 12 uur, en een rit van 9uur. Omdat onze B&B in de middle of nowhere (op 15 minuten rijden van een geasfalteerde weg ligt) willen wij gewoon rusten in de veilige cocon van ons huisje.
Hier konden we na al die uren reizen éindelijk tot rust komen
Uiteindelijk heeft deze ervaring onze reis helemaal niet verpest, en is het zeker niet zo dat we met een ei in onze broek hebben moeten rondgelopen de ganse trip. Na een dag of twee konden we al behoorlijk lachen met onze domme zet. Toch blijft het één van de meest beangstigende ervaringen uit mijn leven, maar tegelijk kregen we een free tour door de townships waar je normaal niet alleen mag komen. Tenminste, niemand haalt het in zijn hoofd om er zonder gids rond te dwalen. Zuid-Afrika had het zeker: avontuur!